Dit betekent niet dat de dakisolatienorm plots alleen nog maar geldt voor de appartementen die onder het dak gelegen zijn. Alle appartementen moeten aan de norm voldoen, of ze zich nu onder het dak bevinden dan wel op een lager gelegen verdieping. Wel kan de woningcontroleur niet langer op basis van een controle van één appartement oordelen dat alle appartementen in het gebouw in gebreke zijn. De reden daarvoor ligt bij de optie van een EPC met een voldoende laag kengetal. Het is perfect mogelijk dat een aantal appartementen daarover beschikken, terwijl dat voor anderen niet het geval is.
Geen uniformiteit in het gebouw meer
Wat dus verdwijnt, is de uniformiteit over het gebouw. Voorheen waren alle appartementen ofwel in orde (indien er dakisolatie was), ofwel in gebreke. Met de hervorming is perfect mogelijk dat er eigenaars zijn die zich geen zorgen (meer) moeten maken, terwijl anderen dat wel moeten doen.
Bovendien heeft de locatie in het gebouw een verband met de EPC-score: appartementen onder het dak hebben immers een extra warmteverliesoppervlakte.
Daarnaast wordt de bewijslast omgekeerd. De bewijslast zal voortaan bij de eigenaar liggen. Wanneer de woningcontroleur geen visuele vaststellingen kan doen, moet de eigenaar zijn ofwel een EPC-attest voorleggen met een voldoende energiescore, ofwel zelf aantonen dat er dakisolatie aanwezig is.
Bron: CIB, Dakisolatienorm, wat wijzigt er op 1 januari 2021